IDLES – CRAWLER

Artiest info
Website
facebook
Label: Partisan Records
distr.: PIAS

Photo by Tom Ham

De Engelse postpunkgroep ‘Idles’ is intussen al zo’n twaalf jaar actief in de wereld van de rockmuziek. Zanger Joe Talbot, bassist Adam Devonshire, gitaristen Mark Bowen en Lee Kiernan en drummer Jon Beavis zijn de vijf muzikanten met roots in Wales, Engeland en Ierland die deze in Bristol opgerichte band bemannen. Ze debuteerden op plaat van 2012 tot 2015 met drie EP’s: “Welcome”, “Meat” en “Meta”.

Pas in 2017 verscheen hun officiële debuutalbum “Brutalism” dat op zeer positieve perskritieken kon rekenen. Daarna volgden nog twee verdere studioplaten met “Joy As An Act Of Resistance” in de zomer van 2018 en “Ultra Mono” uit september 2020. De uitermate positieve reacties op deze plaat legden de lat der verwachtingen voor een volgende album zeer hoog voor de heren van ‘Idles’ maar ze gingen deze muzikale uitdaging graag aan.

In november van 2021 verscheen hun vierde album “Crawler” dat we hier wat nader zullen belichten. Daarop staan twaalf volwaardige tracks en met de nummers “Kelechi” en “Wizz” ook nog twee instrumentale intermezzo’s van amper een halve minuut elk. In de openingstrack van deze plaat “MTT 420 RR” vertelt leadzanger Joe Talbot in een gedetailleerd flashback-verhaal hoe zijn recente zware auto-ongeval tot stand was gekomen. Ook het wat later volgende “Car Crash” (zie 2e video) heeft dit ongeval als onderwerp, maar in enkele andere tracks komen Talbot’s verslavingen en zijn constante strijd ertegen aan bod.

Hoewel ze bij hoog en bij laag beweren ‘we’re not a fucking punk band’ maken ‘Idles’ hier hun in de vakpers bejubelde reputatie van punkrockers toch nog eens helemaal waar in de nummers “The Wheel”, “Stockholm Syndrome”, het dynamische “When The Lights Come On” dat u op de eerste video kunt beluisteren en het zweterig swingende “The New Sensation”. Pas in het als een sixties soulballad gebrachte nummer “The Beachland Ballroom” gaat het tempo behoorlijk naar beneden, alhoewel de gitaren sporadisch nog steeds erg rauw uit de hoek plegen te komen. Enkel in het folky nummer “Progress” blijft de instrumentatie van begin tot einde sober en minimalistisch.

Maar in de tweede helft van het album “Crawler” komt de ware aard van ‘Idles’ alweer snel naar boven in punkerige nummers als “Crawl!”, “Meds”, “King Snake” en het naar hardrock of metal neigende nummer “The End”. Daarmee komt er inderdaad een einde aan dit vierde studioalbum van ‘Idles’ waarin het stevige drum- en baswerk met snerpende gitaargeluiden als vanouds primeren in de songs.

(valsam)